Jablanica – Mostar
We kunnen kiezen uit twee routes naar Mostar: een fietsroute van 55 km over een smal weggetje met een klim naar 900 meter, of 48 km via de ‘provinciale’ weg, langs een stuwmeer en een rivier, overwegend vals plat dalend. De afgelopen dagen hebben we wel genoeg geklommen, vinden we, dus kiezen we voor de makkelijke route. Het is zondag, dus er is aanzienlijk minder verkeer dan gisteren.
De eerste kilometers na Jablanica banen we ons een weg door de walm van houtskoolvuren waarboven complete lammeren aan een spit ronddraaien. Blijkbaar een specialiteit van deze streek, want bij elk restaurant is wel zo’n luguber schouwspel te zien.
De weg slingert zich door een rivierdal met aan weerszijden duizelingwekkend hoge rotsen. Jammer dat het zulk somber weer is.
Nu we niet hoeven te klimmen schiet het lekker op. Al rond één uur komt Mostar in zicht. Ook hier buitenwijken met flats waarop de sporen van de Bosnische oorlog nog duidelijk te zien zijn: kogelgaten, roetvegen etc. Wat een krankzinnige toestand moet dat geweest zijn.
Het pension dat we geboekt hebben is na enig zoeken gevonden. Maar de deur is op slot en een bel ontbreekt. We bellen de eigenaar. Geen gehoor. Op een whatsapp: geen reactie.
K*T!
Inmiddels wordt het later. Hebben we gisteren extra kilometers gemaakt om wat eerder in het bezienswaardige Mostar te zijn en dan dit.
We mailen Booking. Krijgen we -excusez le mot- een lulverhaal terug: de vorige huurder heeft de sleutel aan de binnenkant van de deur laten zitten, daarom kan de deur niet open. Over anderhalf uur zal het ‘gefixt’ zijn. Dat is de druppel. We besluiten deze booking te annuleren en op zoek te gaan naar een alternatief. Dat is gelukkig snel gevonden: een keurige, meer dan royale kamer op een steenworp van de belangrijkste bezienswaardigheid van Mostar, de midden in een schilderachtige wijk gelegen oude brug. Nou ja, oud…. Tijdens de oorlog werd ie opgeblazen, maar daarna, met hulp van buitenlandse geldschieters, keurig gerestaureerd.
Het oude centrum van Mostar is heel sfeervol, dus ook hier hordes toeristen. En dan is het hoogseizoen nog niet eens begonnen.
Op aanraden van onze gastheer begeven we ons naar restaurant Hindin Han. Met uitzicht op de rivier. En laat hier nou raznjici op de kaart staan!
Bas is het met me eens: lekker!
De ober adviseert ons als toetje een Bosnische specialiteit: tufahija. Voor de prijs hoeven we het niet te laten, dus: “Verras ons maar.”
Daar krijgen we geen spijt van. “Hoe heette dat nou ook al weer?”
“Tufahija, en als je dat niet kunt onthouden, vraag dan maar om in suikerwater gekookte appel, gevuld met een haksel van walnoten”.
De ergernissen van eerder deze dag zijn al weer vergeten.
Nieuwe foto’s in het album ‘Fietsen op de Balkan’, klik hier
Wow, mooie foto’s! Hoe communiceren jullie met de mensen? En hoe is het verkeer daar?
LikeLike
‘K zag dat je je tocht door Spanje hebt moeten afbreken. Jammer. Wel stoer dat je dit in je uppy hebt gedaan. Chapeau! Wij fietsten vorig jaar van Gerona naar Malaga. Mooie tocht was dat. De Balkan is ons goed bevallen. Aardige mensen. Anders dan in Spanje, kun je hier redelijk uit de voeten met Engels. Men is hier alleen minder gewend aan fietsers. Daar moet je wel rekening mee houden.
LikeLike
Dank! 🙂 Inderdaad jammer, maar zo voelt het eigenlijk niet. Ben meer blij dat er treinen waren die me in Nederland brachten.
LikeLike
Beste Bas en Lex. Met genoegen jullie ervaringen meebeleven. Wel moedig met sneeuw, maar daarna ook weer zon natuurlijk. Toch weer een bijzondere tocht.
Succes verder.
Groet. Dick Brons
LikeLike